Veel tradities bij geboorte baby William en Catherine
14 april 2015
Bij de geboorte van een Britse royal komen heel wat gebruiken kijken. Zo zullen onder meer saluutschoten volgen nadat prins William en zijn vrouw Catherine hun tweede kindje hebben verwelkomd.
De wereld weet dat de koninklijke baby is geboren zodra een persvoorlichter een stuk papier aan een wachtende chauffeur bij St Mary's Hospital aflevert. Op het document, dat is ondertekend door de artsen van Catherine, staan de bevestiging van de geboorte, de tijd van de geboorte, het geslacht, de lengte en het gewicht van de baby.
Dit document wordt binnen een paar minuten naar Buckingham Palace gebracht, waar het achter de poorten van het paleis op een standaard wordt gelegd. Het Britse volk en andere geïnteresseerden kunnen op die manier kennisnemen van de geboorte.
Saluutschoten
Het is in Groot-Brittannië gebruikelijk om na de geboorte van elke prins of prinses saluutschoten te lossen, wat hun plaats binnen de lijn van troonopvolging ook is. De laatste keer dat er voor een dergelijke gelegenheid saluutschoten klonken in Londen was in 2013, na de geboorte van prins George. Een dag nadat het eerste kindje van William en Catherine ter wereld was gekomen, klonken onder meer saluutschoten bij de Tower of London en in Green Park.
Daarnaast is het traditie om de klokken te luiden bij Westminster Abbey voor belangrijke koninklijke gebeurtenissen. De gotische kerk in het centrum van Londen luidde op 23 juli 2013, eveneens een dag na de geboorte van prins George, drie uur lang de klokken.
In de loop der tijd zijn ook gebruiken afgeschaft. De bevalling van Catherine is inmiddels een familieaangelegenheid. Maar dat was niet altijd vanzelfsprekend. Vroeger waren er ministers, bisschoppen en andere hoogwaardigheidsbekleders aanwezig bij koninklijke bevallingen. Zo zag de toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Sir William Joynson-Hicks in 1926 de huidige koningin Elizabeth II ter wereld komen. De traditie werd afgeschaft voor de geboorte van Elizabeths zoon prins Charles in 1948.