Koning zorgt voor opwinding in Beverwijkse winkelstraat
13 februari 2020
Koning Willem-Alexander liet zich donderdagmiddag in de Breestraat van Beverwijk niet van de wijs brengen door de volksoploop waar zijn onverwachte komst in de winkelstraat voor zorgde.
In de deuropening van kookwinkel Tegel sloeg hij het publiek gade, om vervolgens na een royale zwaai zijn werkbezoek te vervolgen.
De koning was uitgenodigd door staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken. Die was als achttiende lid van het kabinet aan de beurt om de koning iets van haar beleidsterrein te laten zien. Ze had gekozen voor aandacht voor de detailhandel en het probleem waar de meeste middelgrote steden mee kampen: leegstand. Die wordt onder meer veroorzaakt door omvallende winkelketens en veranderend winkelgedrag. Keijzer wil die trend ombuigen, mede om de steden leefbaar te houden. En de 850.000 mensen die in de sector werken, aan het werk.
Het bezoek van de koning was niet aangekondigd en de deelnemers aan de gesprekken met hem kregen ook pas een half uur voor zijn komst te horen dat niet alleen Mona Keijzer een kijkje kwam nemen. Maar de visite bleef daarna niet lang geheim. Niet zo gek natuurlijk nadat Willem-Alexander door een winkelcentrum liep en daarna door de belangrijkste winkelstraat van Beverwijk. Iedereen probeerde een foto te maken en de brutaalsten onder het publiek ‘versierden’ ook een handdruk. De koning probeerde het poseren voor selfies te voorkomen, maar gaf een enkele keer toch toe.
Bij de wandeling was bij een aantal winkels gestopt om meer te horen over de ervaringen van de ondernemers met de aanpak van de gemeente van de leegloop en leegstand. Flexibiliteit en samen de schouders eronder zetten waren daarbij de sleutelbegrippen, hoorden koning en staatssecretaris, die steeds een spervuur aan vragen afvuurden. Zo wilde Willem-Alexander weten wat de uitdagingen waren om nog vijf of tien jaar te kunnen doorgaan. “Meegaan met de tijd”, was het antwoord. Dat is echter, zo hoorde hij bij het afrondende gesprek, niet voor alle ondernemers vanzelfsprekend.