Strijd om rustplaats koning Richard III
8 februari 2013
De Engelse koning Richard III is 528 jaar na zijn gewelddadige dood bij de slag bij Bosworth inzet van strijd tussen de steden York en Leicester. Beide steden willen de vorig jaar bij een opgraving gevonden stoffelijke resten van Richard III een laatste rustplaats geven.Richard was koning uit het huis York en een petitie op internet kreeg in recordtijd meer dan 10.000 handtekeningen. Het bestuur van de kathedraal in York echter vindt dat Richard thuishoort in de kathedraal van Leicester, waar al een gedenksteen is voor de gesneuvelde koning en waar zijn botten ook zijn gevonden.
Het gemeentebestuur van Leicester is het daar van harte mee eens. Voorwaarde voor de opgraving was dat de resten na onderzoek zo dicht mogelijk bij de vindplek zouden worden begraven. De kathedraal van Leicester ligt op steenworp afstand, en is al begonnen met de voorbereidingen voor een oecumenische dienst. Leicester wil een bezoekerscentrum opzetten, en wil van de claim van York niets weten.
Vorige week werd bekend dat het gevonden skelet inderdaad van Richard III was. Bij onderzoek was zijn DNA vergeleken met dat van de laatste bekende nazaat. Het skelet zelf gaf ook al aanwijzingen, zoals een pijlwond in de rug hetgeen overeenkwam met wat er in de geschiedschrijving over zijn dood was gemeld.Er gaan nu stemmen op om in Westminster Abbey in Londen de urn te openen waarin de stoffelijke resten zouden moeten liggen van Richards neefjes Edward V en Richard, hertog van York. Deze kinderen zouden op last van Richard in de Londense Tower zijn vermoord. Eerste vraag is of het wel hun resten zijn en de tweede vraag is of Richard III inderdaad verantwoordelijk was voor hun dood.
Westminster Abbey is al vaker gevraagd om mee te werken aan dergelijk onderzoek, maar weigerde steeds na ruggespraak met de regering en koningin Elizabeth. ‘Wat als de resten niet van die prinsjes zijn, wat doen we er dan mee”, luidde één van de argumenten. De manier waarop ze zijn gestorven en vooral wanneer – al of niet tijdens het bewind van Richard – kan niet worden vastgesteld. De tweede en historisch belangrijkste vraag blijft daarom alleen al onbeantwoord. Reden temeer voor de Abbey om nee te zeggen, ook na het succesvolle onderzoek in Leicester.