Schrijfster: ‘Huwelijkscrisis Beatrix en Claus in 1981’
22 september 2011
Vrijdag 23 september publiceert Dorine Hermans het boek 'Wie ben ik dat ik dit doen mag'. In dit bij uitgeverij Meulenhoff verschenen boek beschrijft Hermans de troonswisselingen in ons land. Het meest opvallende hoofdstuk is dat over koningin Beatrix, waarin ook haar huwelijk met prins Claus wordt beschreven. Dorine Hermans sprak met Huub van 't Hek, die als hoofdredacteur van Scouting Magazine, het verenigingsblad van Scouting Nederland, begin jaren tachtig met de prins te maken heeft gehad. Volgens Van 't Hek verkeerde het huwelijk van de Koningin toen in een grote crisis. Een citaat uit het boek: 'Claus vertelde Huub van ’t Hek dat zijn huwelijk zich in een crisis bevond als gevolg van het aantreden van zijn vrouw als koningin. ‘Hij verweet haar dat de afspraken die ze ooit hadden gemaakt als echtgenoten en ouders in zijn nadeel waren vervaagd, tot hij het gevoel had dat er niet zo veel meer van hem over was. Hij zei me dat hij nu min of meer op dat punt was beland.’' Volgens Huub van ’t Hek is Claus’ depressie ‘wel een heel gemakkelijke kapstok geweest om zijn verdriet aan op te hangen. Als je zijn emoties toeschrijft aan het feit dat hij ziek was, verzwijg je de echte Claus, die was stukgelopen op het gebrek aan erkenning. Claus voelde zich ontkend, als echtgenoot, vader en prins-gemaal, en uit wat hij vertelde trok ik de conclusie dat hij daar reden toe had,' aldus Van 't Hek in het boek van Dorine Hermans.
En: ‘Hij vertelde dat hij zich in een hoek gedreven voelde; dat hij het gevoel had monddood te zijn gemaakt sinds hij prins-gemaal was, zowel op werkgebied als privé. Daar moet oog voor zijn. Ik ben het aan hem verplicht om nu voor hem op te komen en te staan voor wie hij in mijn ogen werkelijk was. (…) Er is me later verteld dat hij ten tijde van onze bijeen- komsten extra emotioneel zou zijn geweest door zijn medi- cijngebruik. Hamvraag is: waarom kreeg hij die medicijnen? Ik heb drie artsen gesproken die ervan uitgingen dat hij niets mankeerde, maar dat hij ze kreeg om hem te weerhouden van onverwacht gedrag. Ik weet niet wat waar is, ik kan al- leen zeggen dat hij in al die uren dat wij met elkaar hebben gesproken geen moment van verwarring heeft getoond. Hij was alert, zeer bij de tijd en geestig. Tevoren had hij in Duitsland een keer het achterste van zijn tong laten zien, maar nu ging het verder. “Bij jou heeft hij zijn maag omgedraaid,” is een mooi citaat van een van zijn naaste medewerkers.’ De Rijksvoorlichtingsdienst reageert uitermate fel op de pittige beweringen in het boek. ‘Van ’t Hek slaat als zelfbenoemde Prins Claus-deskundige de plank volledig mis. Namens de Koninklijke Familie laat de RVD weten het te betreuren dat Van ’t Hek de nagedachtenis van de Prins verminkt.’