Placeholder

Nieuwe koning in sneltreinvaart door Nederland

Het nieuwe koningspaar volgt met zijn bliksemtoer langs de twaalf provincies het voorbeeld van koningin Beatrix uit 1980. Die ging toen ook in hoog tempo de (toen nog) elf provincies en de Flevopolders af. Beatrix wilde de kennismakingsbezoeken net als straks koning Willem-Alexander en koningin Máxima hebben afgerond voor de zomervakanties. Koningin Beatrix begon haar ‘blijde intrede’ zoals de bezoeken vroeger met name in de zuidelijke Nederlanden wel werden genoemd, in Den Haag. Niet als provinciehoofdstad maar als toekomstige woonplaats. Tot in de 18e eeuw was het gebruikelijk dat een nieuwe vorst of stadhouder zich kwam voorstellen in de belangrijkste steden en gewesten.

Ook de koninginnen Wilhelmina en Juliana hebben zich in een modernere vorm en in een veel bedaagder tempo op die manier gepresenteerd en in feite was de toernee die Willem-Alexander en Máxima na hun verloving door het land maakten er een afgeleide van.

Tegenvallend weer

Na Den Haag en Schevingen stonden voor koningin Beatrix en prins Claus Groningen – waar Willem-Alexander en Máxima op 28 mei hun bezoeken beginnen – en de Flevopolders op het programma. De provincie Flevoland bestond toen nog niet. Ook toen al werden twee provincies op één dag afgedaan, al was de koppeling soms anders dan dit jaar is voorgenomen.

Zeeland en Zuid-Holland, Overijssel en Gelderland, Friesland en Drenthe, Noord-Holland en Utrecht en Limburg met Noord-Brabant waren de combinaties van destijds. Overal waren veel mensen op de been, ondanks het soms tegenvallende weer. Wat dat betreft pakte de keuze om de kennismakingsbezoeken aan het begin van de zomer te plannen, niet goed uit. In Drenthe bijvoorbeeld moest het buitenprogramma worden geschrapt.

Koningin Juliana en prins Bernhard namen na de troonsbestijging in september 1948 veel meer tijd voor de bezoeken, die ook nog plaatsvonden in een tijd zonder televisie. De provinciebezoeken werden over twee dagen uitgesmeerd, en er werd pas met de reeks begonnen in 1949. Friesland kwam pas in september 1951 aan de beurt.