Placeholder

Koningin Elizabeth naar universiteit Oxford

Eigenlijk telde donderdag maar één ding bij het bezoek dat koningin Elizabeth II en prins Philip brachten aan Christ Church Cathedral in Oxford. Niet dat de koningin daar ter gelegenheid van Witte Donderdag traditiegetrouw beursjes met geld uitdeelde, maar dat ze dat in Cambridge nog nooit heeft gedaan. De rivaliteit tussen beide Engelse universiteitssteden gaat zelfs zover dat het aantal koninklijke bezoeken en handelingen wordt geturfd en onderling vergeleken.

Op Witte Donderdag geeft de vorstin een symbolische gift. Vroeger was dat aan de armen, tegenwoordig is dat aan mensen die goed werk hebben gedaan in hun (kerk)gemeenschap. Het aantal mensen dat geld krijgt en het bedrag dat ze krijgen is gelijk aan het aantal levensjaren van de monarch. Elizabeth wordt volgende maand 87 jaar en dus kregen 87 mannen en 87 vrouwen 87 pence. Het zijn speciaal geslagen muntjes – ‘maundy money’, wit geld – waarvoor verzamelaars veel geld over hebben.

De zogenoemde ‘Royal Maundy Service’ wordt tegenwoordig in een kathedraal buiten Londen gehouden. Vroeger waren alle diensten in Londen, meestal in Westminster Abbey maar Elizabeth heeft dat veranderd. Zij heeft tijdens haar 61-jarige regering maar 4 diensten overgeslagen. Tot 1932 was het gebruikelijk dat het geld namens de vorst werd uitgedeeld en niet door de koning(in) zelf.

De traditie, die zijn oorsprong vindt in de Bijbel, is terug te voeren tot de 13e eeuw. In die tijd kregen de armen ook kleding en werden hun voeten gewassen. Niet nadat die voeten eerst al drie keer door anderen waren gewassen om de koning al te veel onaangenaamheden te besparen. Koning-stadhouder Willem III heeft in 1698 de dienst bijgewoond en geld uitgedeeld.