Kersttoespraak Belgische koning
24 december 2011
Traditioneel op de dag voor Kerstmis wordt ook in België het land door de koning toegesproken. Hij neemt zijn boodschap immer op in twee talen: Nederlands en Frans. Voordat koning Albert II zich tot het hele land richt, spreekt hij allereerst de families van de slachtoffers van het drama in Luik, de gewonden en de hulpdiensten toe. Hij dankt de laatste hartelijk en wenst gewonden en familie ‘het onroerde medelijden van het ganse land’ te betuigen.
De koning is verder verheugd eindelijk een nieuwee, volwaardige, Federale regering te hebben. Maar: ‘Zeker, alles is daarmee niet opgelost. Er blijven meerdere uitdagingen,’ beseft Albert. Vastberaden moet er nu hervormingen worden doorgevoerd. Daarbij horen ook, gezien de financiële crisis, offers, die iedereen naar vermogen zal moeten brengen.
‘In die geest van streven naar vrede, zowel in binnen- als in buitenland, wensen de koningin, ikzelf, en gans onze familie u een vrolijk Kerstmis en een gelukkig nieuwe jaar.’
Ook wenst de koning twee bijzondere groepen te bedanken. ‘In dit jaar van het vrijwilligerswerk wil ik alle vrijwilligers van ons land hartelijk feliciteren. En ze zijn talrijk. Niet minder dan een miljoen landgenoten werken edelmoedig en deskundig ten bate van anderen. Zij verdienen onze dankbaarheid en onze bewondering. Ook wil ik me nogmaals tot onze militairen richten. Zij zullen de feesten van Kerstmis en Nieuwjaar ver van hun familie, in Afghanistan, Libanon of Afrika doorbrengen. Zij werken daar aan een betere wereld. Ik dank ze zeer hartelijk alsook zij die, recent nog, in het luchtruim of voor de kusten van Libië opereerden.’