Dorine Hermans schrijft nieuw boek over inhuldigingen
4 juni 2010
Historica/auteur Dorine Hermans werkt in de aanloop naar de inhuldiging van prins Willem-Alexander als koning Willem IV aan een boek over de inhuldigingen van zijn zes voorgangers, Willem I, II, III, Wilhelmina, Juliana en Beatrix.
Het boek zal ‘Wie ben ik dat ik dit doen mag?’ gaan heten, naar de bekende uitspraak van koningin Juliana bij haar eigen inhuldiging in 1948. Het boek zal in het voorjaar van 2011 verschijnen. Later in het jaar zal er ook een jeugdversie van het boek verschijnen. Na de inhuldiging van Willem IV zal het boek uitgebreid worden met een zevende hoofdstuk. Dorine Hermans (1959) publiceerde over het Koninklijk Huis in onder meer NRC Handelsblad, Elsevier en de Volkskrant. Samen met Daniela Hooghiemstra schreef ze ‘Vertel dit toch aan niemand’ (2006), over het leven van hofdame Henriette van de Poll, dat veel stof deed opwaaien. Later schreven zij samen de bestseller ‘Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren’, waarop de populaire televisieserie De Troon gebaseerd is. Ook schreef Hermans een zeer gewaardeerde biografie over Mr Pieter van Vollenhoven, Burger aan het hof.
Willem-Alexanders inhuldiging wordt de zevende in de Oranjemonarchie. Zes keer eerder liep er een lid van zijn familie onder baldakijnen van het Paleis op de Dam naar de Nieuwe Kerk. Altijd in dezelfde kroningsmantel. (Tenminste, dat lijkt zo. De meeste onderdelen van die mantel zijn in de loop der tijden vervangen, bij Juliana konden alleen de opgestikte leeuwtjes nog worden gebruikt van de mantel van haar moeder. De rest van de stof werd als carnavalsjasje afgedragen door de couturier).
Zes keer eerder namen Nederlanders min of meer weemoedig afscheid van een vertrouwd staatshoofd en zagen ze met gemengde gevoelens een nieuw aantreden. Of ze nou wel of niet achter de monarchie stonden, om deze zeldzame spektakels konden ze niet heen. Als je de afgelopen 200 jaar Nederlander was, had je een Oranje als koning(in), of je wilde of niet. En als je een nieuwe kreeg, trad je toe tot een nieuw tijdperk. De zes inhuldigingen, smeden een onwillekeurige band tussen alle Nederlanders van de afgelopen twee eeuwen. Ze scheppen orde in de Nederlandse geschiedenis.
Een van de leuke dingen aan inhuldigingen is dat ze zo goed gedocumenteerd zijn. Van weinig dagen in de negentiende eeuw weten we zo gedetailleerd wat er in Nederland gebeurde als op bijvoorbeeld 30 maart 1814, of 7 oktober 1840. Over de inhuldigingen van Juliana (1948) en Beatrix (1980) is nog meer geboekstaafd wegens de opkomst van de massamedia. Zo kennen we alle spanningen op de achtergrond, die leidden tot de gekste voorvallen, in contrast met de heilige sereniteit van de plechtigheid.
De hoofdrolspelers hebben uiteindelijk nooit gefaald op het moment suprême. Geen van hen raakte in de war, ging stotteren, kreeg de slappe lach, of barstte in tranen uit, geen van hen viel van zijn paard of struikelde over zijn of haar mantel. Aan enthousiasme onder het publiek is er nooit gebrek geweest. Bij de inhuldiging van Willem II werden toeschouwers zelfs doodgedrukt. Doodsangst doorstonden ook de hoofdrolspelers. Wilhelmina ontving de avond voor de plechtigheid een brief waarin vermeld werd dat er dertig doodskisten klaar stonden voor haar en haar gevolg.
Bij de inhuldiging van Juliana vielen driehonderd mensen flauw, en verloor Wilhelmina haar kunstgebit op het balkon van het paleis. Beatrix raakte van de zenuwen een week voor de heilige gelofte haar stem kwijt, zodat ze die gelofte ternauwernood kon afleggen. Buiten knalden (rook-)bommen. De kleine Willem-Alexander dacht dat het hele volk hem en zijn familie haatte. Het hielp daarbij niet dat zijn vaders depressies zich tijdens de weinig feestelijke dag heftig lieten gelden.
De zes inhuldigingen tot nu toe vormen hoe dan ook interessante schakels in de Nederlandse geschiedenis. Als je ze onder de loep neemt, met zevenmijlslaarzen twee eeuwen door stappend, zie je hoe de plechtigheden zich hebben ontwikkeld, wat de overeenkomsten zijn, waar de knelpunten zitten. Dit boek is onmisbaar als handleiding tot het komende evenement.