Bitterballen en regen in Berlijn
14 april 2011
Dag twee van het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Duitsland lijkt meer dan gepland in het teken te staan van Nederland. Hollands regenweer heeft de wandeling rond de Brandenburger Tor verpest. Geen karakteristieke plaatjes met de oude stadspoort van Berlijn, waarvan de huidige versie in opdracht van Frederik Willem II, koning van Pruisen, is gebouwd. En ook geen beelden van de 50.000 tulpen die sinds jaar en dag door Nederland worden geschonken. In plaats daarvan wordt in Adlon, het hotel waar de koningin verblijft, een fotomoment ingelast. Achter Beatrix, Willem-Alexander en Máxima is zowaar een glimp van de Tor op te vangen. Een schrale troost. Hoe leuk het op de Fernsehturm, tijdens de boottocht of in het circus met de achterstandsjongeren ook moge zijn, fotografen, cameraploegen en de schrijvende pers hebben de rest van de dag last van de regen.
Nog Nederlandser dan het regenweer wordt het met de bitterballen, de Goudakaas en de haring met uitjes tijdens de ontmoeting van de Nederlandse gemeenschap in de Akademie der Künste, naast hotel Adlon. Na de passade, waarbij de aanwezigen aan de koningin, de prins en prinses worden voorgesteld en de hand worden geschud, spreekt ambassadeur Marnix Krop de aanwezigen toe. ‘Uw wens om de Nederlanders te zien was groot,’ zo zegt Krop tot de vorstin, ‘maar niet zo groot als die van de Nederlanders om Ú te zien!’ Voor prinses Máxima is dit staatsbezoek een wat lastige. Anders dan Beatrix en Willem-Alexander, spreekt Máxima niet vloeiend Duits. Ze wordt daarom steeds door een tolk ingefluisterd om niets te hoeven missen. ‘Ze is een beetje een vreemdeling in dit land,’ grapt de ambassadeur. ‘Dat komt wel goed!’ roept Máxima hem toe. Vorderingen maakt ze. We horen af en toe Duitse woordjes en bedankjes uit haar mond komen. De koningin is blij met de komst van de Nederlanders uit alle windstreken van Duitsland. Trots is ze zelfs, vanwege de goede naam die Nederland heeft gekregen, wat aan de in Duitsland woonachtige Nederlanders mede te danken is. Nederland profiteert daarvan.
Nog Nederlandser wordt het bij de contraprestatie – een tegenprestatie die de koningin aan de gastheer aanbiedt – die aan het eind van de tweede avond plaatsvindt. In de Berliner Philharmonie speelt het Koninklijk Concertgebouworkest samen met violiste Janine Jansen de sterren van de hemel voor zo’n 750 gasten, op ‘uitdrukkelijk verzoek’ van de koningin. Enkele tientallen lakeien, speciaal voor deze dag vanuit Nederland meegereisd, serveren de drankjes in hun galatenues. Onze koningin is een buitengewoon geïnteresseerde gast, maar goed gastvrouwschap is de koningin ook zeker toevertrouwd.