Constantijn houdt vertrouwen in Griekenland
22 augustus 2015
De Griekse oud-koning Constantijn gelooft in een wederopstanding van Griekenland na de politieke, financiële en economische problemen die het land nu in zijn greep houden. "Ik heb er vertrouwen in dat de Grieken de huidige problemen met geduld en vastberadenheid weten op te lossen en dat we zullen zegevieren." Dat zei Constantijn in een uitgebreid interview met het Britse blad Town & Country.
Het blad wilde van de koning (75) onder meer weten waarom hij tegen de trend in juist nu naar Griekenland is verhuisd en daarvoor zijn riante woning in Londen heeft opgegeven.
"Alle Grieken die in ballingschap leven, willen terug. Kijk ook maar naar de geschiedenis van de oudheid. Het zit in ons bloed. Grappig genoeg was het mijn vrouw die er het hardste aan trok. Ik denk dat zij besefte dat ik alleen gelukkig kon zijn wanneer ik terugkeerde”, aldus Constantijn.
Hij kwam in 1964 op de troon na het overlijden van zijn vader koning Paul. Datzelfde jaar nog huwde hij de Deense prinses Anne-Marie. Constantijn moest eind 1967 Griekenland ontvluchten nadat een tegencoup tegen de junta die eerder dat jaar de macht had overgenomen, mislukte. De koning woonde sindsdien in ballingschap. In 1974 bekrachtigden de Grieken in een referendum de afschaffing van de monarchie.
Jarenlang streed Constantijn, die in 1960 nog Olympisch zeilgoud veroverde voor Griekenland, om teruggave van zijn bezittingen en om het recht zijn vaderland te bezoeken. Pas na de Olympische Spelen in 2004 ontdooide de verhouding en kon hij serieus nadenken over verhuizing, uitgerekend in een tijd dat tienduizenden Grieken emigreren.
"Het is pijnlijk te zien hoeveel leed de Grieken de laatste jaren hebben moeten doorstaan”, aldus de koning. "Maar Grieken zijn geharde mensen die niet alleen weten hoe van het leven te genieten, maar ook hoe ontberingen te verduren. We hebben eeuwen geleden onder onderdrukking door de Ottomaanse Turken, kenden een brutale nazi-bezetting en een verwoestende burgeroorlog, maar we zijn daar uitgekomen en hebben een prachtig land opgebouwd.”