Laurentien presenteert De Sprookjessprokkelaar

6 oktober 2014

Prinses Laurentien heeft zondag haar nieuwe boek De Sprookjessprokkelaar gepresenteerd in de Efteling. Dat deed ze samen met kinderboekenschrijver Paul van Loon. De twee hebben het sprookjesboek samen geschreven.

Het boek De Sprookjessprokkelaar gaat over een sprookjesbibliotheek in een oud, verlaten kasteel. De inhoud van het sprookje sluit aan bij de strijd van de Stichting Lezen & Schrijven en de prinses tegen laaggeletterdheid.

Prins Constantijn en hun drie kinderen waren zondag ook bij de presentatie aanwezig. Prinses Laurentien zet zich al jaren in voor taalvaardigheid.

Voor prinses Laurentien was het samenwerken met schrijver Paul van Loon een test. "Hoe open ben ik om iemand anders in mijn zinnen te laten schrappen?", vroeg de prinses zichzelf af toen ze aan hun boek begonnen. "Maar wij hadden het volste vertrouwen in elkaar", vertelt ze aan De Telegraaf.

"En het plezier van samen schrijven geeft het een extra twinkeling. Dan is één en één geen twee, geen drie maar negen." Paul van Loon vertelt de krant dat hij regelmatig 's nachts een mailtje kreeg van de prinses. "Overdag ben ik heel druk met mijn werk en mijn gezin. Daarnaast ben ik een nachtmens", legt de vrouw van prins Constantijn uit.

Van Loon was erg onder de indruk van de prinses. "Ze is gedreven! Ze schrijft alles uit op grote vellen. En als ze achter het stuur een idee krijgt, moet de auto direct aan de kant." Hoewel Laurentien ontzettend geniet van het schrijven, wil ze zich niet alleen hier op concentreren. "Met mijn werk, de Stichting Lezen & Schrijven, de Missing Chapter Foundation en mijn gezin heb ik een heel druk en verrijkend leven", aldus de prinses. "Het dynamische deel van mijn leven voedt mijn gedachten, de creativiteit die ik in mijn boeken kwijt kan."

Laurentien vertelt dat ze er wel eens van droomt om alleen maar te schrijven, 'maar dat is niet realistisch'. Kinderen Eloise, Claus en Leonore zien dat overigens wel zitten. "Mijn kinderen zeggen: wat zou dat fijn zijn. Dan zou ik minder vaak op reis gaan."