Prins Andrew: ‘Nog altijd goed bevriend met Sarah’
25 augustus 2014
De Britse prins Andrew en zijn ex-vrouw Sarah Ferguson blijven, ondanks hun scheiding in 1996, goed bevriend met elkaar. Dat vertelt de tweede zoon van koningin Elizabeth in een openhartig interview met de Amerikaanse zender CNBC, verschillende Britse media schrijven al over het interview dat woensdag zal worden uitgezonden.
De hertog van York vertelt dat hij en zijn ex met name vanwege hun twee dochters contact houden. Prins Andrew beschrijft Ferguson als een 'fantastische moeder' voor dochters prinses Beatrice (26) en prinses Eugenie (24). Hun successen zijn volgens Andrew onder meer te wijten aan het warme gezinsleven dat ze hen hebben willen geven.
In de Britse media werd in de afgelopen jaren meermaals geschreven dat Andrew en 'Fergie', zoals zijn ex ook wel wordt genoemd, hun relatie nieuw leven zouden inblazen. De pers zag hun goede relatie na de scheiding als reden voor de geruchten. Andrew vertelt nu dat hij het raar zou vinden als hij en zijn ex niet normaal met elkaar om zouden kunnen gaan. "Ik vind het heel onlogisch om niet bevriend te zijn. Het betekende ook veel voor de familie."
Huwelijk
De Britse prins en Sarah Ferguson trouwden in 1986 met elkaar. In 1988 werd Beatrice geboren en in 1990 zag hun tweede dochter het levenslicht. In 1992 kwam er uiteindelijk een einde aan het huwelijk tussen Andrew en Sarah en vier jaar later volgde de echtscheiding. Hierna bleef Sarah bij haar ex wonen, zij het in een ander deel van het huis. Zowel de prins als zijn ex hebben in de media nooit veel verteld over hun relatie.
In het interview vertelt de prins ook over zijn tijd bij de Britse Koninklijke Marine, waar hij 22 jaar voor werkte. Hij begon in 1979 en vocht in 1982 mee in de oorlog om de Falklandeilanden. Andrew laat weten dat hij destijds vreesde voor zijn leven. Tijdens deze periode maakte hij kennis met de 'kwetsbaarheid van het leven'. Hij zegt erg veel geluk te hebben gehad dat hij deze oorlog heeft overleefd. "Het is niet fijn om beschoten te worden, dat kan ik wel zeggen."