Mabel’s waarheid
5 april 2011
In het Britse magazine Gentlewoman zien we een andere Mabel dan we gewend zijn. Nonchalant gefotografeerd en openhartig sprekend: over het leven in Londen, haar gezin, haar werk en haar schoonmoeder; koningin Beatrix. Ook komt de link met Klaas Bruinsma opnieuw aan bod, samen met de beschuldigingen die Peter R. de Vries destijds deed. ‘Ik zou een relatie hebben gehad met iemand, wat niet zo is, die een crimineel is,’ vertelt ze daarover. ‘Het is erg moeilijk om jezelf te verdedigen wanneer je iets niet gedaan hebt.’ Later zegt ze: ‘Ik vind dat ik verkeerd word afgeschilderd. En dat doet pijn, zeker.’ Mabel lijkt gemakshalve achterwege te laten dat ze destijds niet de waarheid vertelde en dat dát de reden was dat de regering geen toestemmingswet wilde maken voor haar huwelijk met Friso, waardoor hij zijn rechten op de troon verloor. In Mabels eerste verklaring over Bruinsma zei ze echter dat ze hem alleen als oppervlakkige zeilcontact kende. Later moest ze toegeven dat ze hem veel beter had gekend. Ze was diverse malen aan boord van boot Neeltje Jacoba geweest. Er was ‘soms ook gegeten en overnacht op de boot,’ schreef Mabel per fax, maar van de criminele activiteiten van Bruinsma wist ze niets herhaalde ze toen.
Na haar huwelijk met Friso kwam ze ook nog op die bewering terug toen ze in NRC verklaarde wel te hebben geweten van handel in drugs. Hoewel Friso en Mabel in een brief aan Balkenende nog aankondigden excuses te maken hebben ze dat nooit gedaan. ‘Graag willen wij ook publiekelijk op een gepaste wijze en op het daarvoor juiste moment onze verontschuldigingen aanbieden aan allen die wij teleurgesteld of gekwetst hebben,’ zo schreef het paar destijds. Over haar huwelijk met Friso is ze duidelijk. ‘Ik ben niet met hem getrouwd omdat hij koninklijk is. Het was geheel uit liefde. En al het andere doet er niet toe.’ Ze leeft in twee werelden, een anoniem leven in Londen en een koninklijk leven in Nederland. ‘Als ik overvlieg stap ik in een wereld waar iedereen me herkent. Het helpt me om me te realiseren hoe relatief dingen zijn. Daar ben ik dan, op Koninginnedag en heb een geweldige dag met mijn schoonfamilie en de Nederlandse mensen, de volgende dag ben ik op weg naar Gaza, staand in wat eigenlijk de grootste gevangenis van de wereld is.’