Simeon II werd 75 jaar geleden de laatste tsaar van Bulgarije
29 augustus 2018
In kerken verspreid over heel Bulgarije is dinsdag de sterfdag herdacht van tsaar Boris III. Die overleed op 28 augustus 1943 onder nooit geheel opgehelderde omstandigheden, kort na een gedwongen bezoek aan Adolf Hitler in Berlijn. Boris' zoon en opvolger Simeon II, de laatste koning of tsaar van de Bulgaren, ging naar het Risla-klooster waar een speciale herdenkingsdienst werd gehouden.
Bulgaarse media waren dinsdag echter niet geïnteresseerd in de nagedachtenis van Boris, die vanaf 1918 tot zijn overlijden in 1943 regeerde. De aandacht ging uit naar Simeon (81), die van 2001 tot 2004 ook even premier was van Bulgarije. Hij verloor vorige week een rechtszaak over het koninklijk paleis Varna, aan de rand van Sofia. De koning had dit door de communisten na de Tweede Wereldoorlog – toen hij zelf in ballingschap was gestuurd – in beslag genomen paleis, in 1998 teruggekregen.
De huidige machthebbers echter vinden dat de koning en zijn zus Varna ten onrechte hebben gekregen en de rechtbank in Sofia is het in eerste aanleg eens met de regering. Het paleis is staatseigendom en Simeon moet het ontruimen. "Ik heb het gevoel dat ik voor de tweede keer in mijn leven in ballingschap wordt gestuurd", zei hij dinsdag bij aankomst bij het klooster waar het hart van zijn vader is begraven. Simeon gaat in hoger beroep, maar meent dat de terugvordering politiek is geïnspireerd. Sinds zijn premierschap is hij mikpunt van tal van maatregelen.
Veel meer wilde Simeon niet kwijt. "Laten we ons concentreren op hetgeen waarvoor we hier zijn", zo vertelde hij verslaggevers. Het stoffelijk overschot van tsaar Boris III, die tijdens de oorlog de door Hitler gewenste deportatie van de Bulgaarse Joden verhinderde, werd in 1943 bijgezet in het klooster. Na de communistische machtsovername in 1946 werd het graf leeggeroofd en werden de stoffelijke resten naar het Varna paleis gebracht, waar ze enkele jaren later spoorloos verdwenen. Alleen het apart begraven hart is ooit teruggevonden en weer in Risla begraven.